De manier waarop de ontwikkeling van kinderen in het primair onderwijs gevolgd wordt, noemen we het leerlingvolgsysteem. Dagelijks volgt elke leerkracht door observaties (betrokkenheid en welbevinden) en toetsing de ontwikkeling van de kinderen. Hierbij gaat het niet alleen om wat een kind kan, maar ook hoe een kind werkt/speelt en taken uitvoert. Alles wordt vastgelegd in het leerlingvolgsysteem Parnassys. 

In de groepen 1 en 2 werken we daarnaast aan de hand van de leerlijnen van IEP. Tevens kijken we naar de sociaal-emotionele ontwikkeling middels IEP Hart en Handen. Bij de kleuters worden geen toetsen afgenomen.

In de groep 3 t/m 8 beoordelen we de leerprestaties van onze leerlingen ook objectief. We nemen diverse toetsen af, namelijk methodegebonden- en IEP-toetsen. IEP-toetsen zijn landelijk genormeerde toetsen en worden voor de groepen 3 t/m 7 in de periode jan/feb en juni afgenomen. Voor groep 8 nemen we de IEP-toetsaf in november. In februari krijgen de leerlingen de doorstroomtoets. De toetsresultaten zijn belangrijk om niveaus vast te stellen, maar ook om te bepalen of kinderen extra begeleiding nodig hebben. De interne begeleider monitort samen met de leerkrachten dit proces. Op sociaal-emotioneel gebied volgen we de kinderen van de groepen 3 t/m 8 ook aan de hand van IEP Hart en Handen. Daarnaast nemen we twee keer per jaar een sociogram af.